1. Ga op schouderbreedte staan, de handen tegen elkaar voor de borst.
2. De handen gaan schuin omhoog uit elkaar als het openen van een bloem
3. De handen zijwaarts naar beneden brengen met de ruggen van de handen tegen elkaar.
4. De handen voorlangs omhoog halen en draai vervolgens de handpalmen op borsthoogte tegen elkaar.
5. De handen gaan zijwaarts uit elkaar alsof je iets uit elkaar duwt.
6. De handen gaan weer naar beneden. Je buigt voorover en plaatst de handpalmen tegen elkaar.
7. De handen, die tegen elkaar geplaatst zijn, omhoog halen en weer voor de borst brengen.
8. Draai, de handen nog steeds tegen elkaar, naar links en vervolgens via het midden naar recht. Dan breng je de handen weer terug naar het midden voor de borst.
9. De handen naar voren brengen, openen en twee vuisten maken. Je maakt een draaiende beweging met de polsen waarbij de vingers omhoog wijzen en brengt vervolgens de vuisten naar de heupen.
10. Vanaf de heupen de vuisten openen, zijwaarts omhoog brengen tot boven het hoofd vervolgens voor het lichaam langs naar beneden brengen.
11. Breng tegelijkertijd je gewicht naar rechts, maak twee hoekhanden en breng de armen zijwaarts omhoog.
12. De hoekhanden hangen als vleugels, de polsen gebogen.
13. Draai naar rechts en pak een bal, de armen iets terug trekken, het linkerbeen iets optrekken en naar het rechterbeen brengen op de bal van de voet.
14. Stap dan met het linkerbeen schuin uit naar links en maak een waaier met de armen.
15. Draai iets naar links, draai de armen naar buiten en maak een draai naar de rechterkant met de handpalmen naar buiten gericht.
16. De armen terugtrekken met de handpalmen omhoog, trek het rechterbeen terug op de bal van de voet.
17. Stap naar rechts uit en maak de waaier aan de rechterkant.
18. Breng je gewicht naar rechts, pakt de bal op rechts.
19. Linkerbeen aansluiten maak een afweer links.
20. Al je gewicht naar links brengen, de rechterarm door laten cirkelen en de handen weer op elkaar brengen voor de borst. Het rechterbeen bijstappen op heupbreedte.