De geschiedenis van Tai-Chi
Tai chi chuan is een eeuwenoude Chinese beweegkunst die is opgebouwd uit houdingen die in elkaar overgaan tot een langzame vorm, het beoefenen hiervan leidt tot ontspanning van lichaam en geest, en is ook niet aan leeftijd gebonden
De oorsprong van Tai-Chi-Chuan is niet geheel duidelijk want over het ontstaan ervan bestaan vele legendes. Zo is er ook de legende dat de monnik Chang San Feng de schepper Tai-Chi-Chuan zou zijn. Deze kluizenaar leefde ten tijde van de Ming dynastie in het gebergte van Wu-tang. Het verhaal wil dat hij meer dan 250 jaar oud werd.Volgens de legende zag Chang San Feng steeds terugkerend gevecht tussen een slang en een kraanvogel. Het wegdraaien van de kop van de slang tegenover de grotere vogel bracht de monnik tot de principes van Tai-Chi-Chuan. Veel Chinese vechtkunsten zijn dan ook gebaseerd op bewegingen van dieren. Tai-Chi-Chuan vormt hierop geen uitzondering. Zijn geboortdag wordt jaarlijks op de vierde zaterdag in april nog steeds herdacht als ‘Wereld Tai-Chi dag’.
De drie belangrijkste stijlen van Tai-Chi-Chuan zijn die van de Ch’en-stijl, de Yang-stijl en de Wu-stijl. De Yang-stijl is het meest verbreid. Yang Cheng-Fu (1883-1936) was een beroemd leermeester die doorging taijiquan door heel China te verbreiden. Na zijn dood zetten zijn leerlingen de verspreiding van Tai-Chi-Chuan voort. Zo kreeg Tai-Chi in onze Westerse wereld ook grote bekendheid.
Wat doet Tai-Chi Tai-chi-chuan versterkt de gehele rugmusculatuur, waardoor we een rechtopwaarste rughouding aannemen, hierdoor krijgen we tussen de wervelschijven meer ruimte en dat is weer noodzakelijk om het zenuwstelsel goed te laten functioneren. De oefeningen van Tai-Chi zijn zo samengesteld dat ze de levenskracht (Chi) aansporen door het lichaam te stromen en blokkades in de meridianen tegen te gaan. Chi is vitale energie en meridianen zijn kanalen in je lichaam waardoor de Chi (energie) stroomt. De filosofie van Tai-Chi is afgeleid van het Taoïsme. De belangrijke aspecten zijn de bewegingen, ademhaling, de zachtheid en innerlijke kalmte, waarbij de buikademhaling van essentieel belang is, waardoor bloeddruk en hyperventilatie verminderd en de mens meer in balans brengt. Dit alles heeft een opbouwend effect voor het zenuwstelsel, onrust wordt omgezet in rust.
Voor je met een Tai-Chi oefening begint zijn de volgende punten van belang. Het stil staan en leren ontspannen is van groot belang omdat de bewegingen ontstaan vanuit stilstand en er weer naar terugkeren. Daarom is deze fase heel belangrijk, namelijk oefenen van de Wu-Chi stand. Als je in deze houding staat, ontrek je de energie aan twee grote krachten van hemel en aarde, Yin en Yang. De ideeën van Yin-Yang zijn complementaire krachten in het universum die je gebruikt om het hele lichaam te onspannen.
Bij Tai-Chi gaan ademhaling en beweging samen, hoewel men daar in het begin niet al te veel aandacht moet besteden omdat men anders verward raakt.
De ademhaling en de aandacht dient gericht te worden naar de buik (tantien), Dit veld van energie is een gebied dat zich ongeveer drie centimeter onder de navel bevindt.
Als men Tai-Chi beoefent, richt men de aandacht op het volgende.
Ogen, zijn alert en volgen de bewegingen van je handen. Neus, adem rustig in en uit door de neus. Hoofd, het hoofd wordt rechtop gehouden alsof er een draad aan de kruin zit. Kin, deze trek je iets in, zodat de kruin omhoog komt. Heupen, visualiseer dat 75% van je gewicht zich onder de heupen, en 25% zich er boven bevindt. Knieën, zijn nooit op slot en komen niet voorbij je tenen. Schouders, zijn ontspannen zodat de energie niet omhoog trekt. Mond, de tanden en lippen houd je dicht op elkaar en de punt van de tong ligt tegen het gehemelte. Handen en vingers, zijn licht gestrekt en staan iets uit elkaar Polsen, zijn bijna gedurende de gehele vorm gestrekt waardoor de chi goed naar de vingertoppen kan stromen. Armen, de ellebogen en de polsen moeten ontspannen zijn. Rug, de onderrug moet je het gevoel geven dat hij omlaag zakt, dus kantel het bekken alsof je gaat zitten.
curriculum Vitea,en linage Taijiquan Hans Poot
Op School Tao wordt les gegeven in: Yang stijl en Chen style
8 vorm Yang style
37 Cheng-Man-Ching
108 Lange vorm
24 Peking stijl
32 Zwaardvorm
56 Chenstijle
Qigongbewegingen
Op onderstaande pagina’s vindt u de benamingen van de houdingen die bij deze vormen horen
Nellie Klabbers, Grootmeester Benjamin Lo, Hans Poot